Appeltaart met een Antilliaanse twist

Appeltaart kennen we allemaal wel! Het is een geweldig Nederlands recept dat je doet denken aan vroeger. Maar heb je ooit appeltaart met ’n Antilliaanse twist gegeten? Ik maak de taart graag met een flinke snuf specerijen… het resultaat is lekker kruidig en natuurlijk ‘hopi dushi’!

Wat is er zo anders?

Door de vulling van de appeltaart gaat kaneel, kruidnagel, nootmuskaat en gember. Die warme specerijen zorgen voor ’n verrassende taart met ’n tropisch tintje. Daarnaast doe ik er wat glacée kersen en amandelen in. Probeer het maar eens!

Appeltaart is echt ’n gerecht waarmee je eindeloos kunt variëren. En kun je er geen genoeg van krijgen? Dan vind je hier nog ’n hele website met allerlei lekkere appeltaart recepten!

Ingrediënten:

• 300 gr tarwebloem
• 100 gr suiker
• 200 gr koude roomboter
• 1 ei
• 2 eetlepels water
• 1 theelepel bakpoeder
• mespunt zout

Voor de vulling

• 6 grote, friszure appels
• 50 gr glacée kersen, fijngehakt
• 50 gr amandelen, grof gehakt
• 60 gr paneermeel
• 100 gr suiker
• 2 eetlepels kaneel
• een snufje gemalen kruidnagel
• ½ tl gemberpoeder
• een snufje nootmuskaat
• 2 eetlepels custardpoeder
• 1 eidooier

Bereiding appeltaart met Antilliaanse twist

Begin met het maken van de vulling: Hiervoor schil je de appels verwijder je de klokhuizen. Snijd de appels vervolgens in dunne plakjes. Doe de plakjes appel daarna in een grote schaal en meng ze met de gehakte glacée kersen, de amandelen, de suiker, de kaneel, de gemalen kruidnadelen, de nootmuskaat, de gember en het custardpoeder.

Ga nu verder met het maken van het deeg.

Meng daarvoor als eerste de bloem met de suiker en het zout.  Voeg hier daarna ook de bakpoeder aan toe en roer het geheel goed door elkaar.

Snijd vervolgens de roomboter in blokjes en kneed die met de vingertoppen door de bloem.  Als het goed is, krijg je nu grove kruimels.

Voeg daarna het ei en 2 eetlepels water toe. Nu kun je het mengsel kneden tot een stevig deeg.

Plaats het deeg in een kom en dek die af met een theedoek.  Laat het deeg vervolgens 30 minuten rusten in de koelkast.

Wanneer je het deeg uit de koeling haalt, verdeel je het in een deel van 2/3 en één van 1/3. Rol 2/3 van het deeg uit tot een lap van ongeveer 30 centimeter doorsnede.

Vet nu een springvorm in met boter (of gebruik hiervoor bakspray) en verwarm de oven voor op 175 graden.  Bekleed daarna de ingevette bakvorm met het uitgerolde deeg.  Je maakt hier nu een mooie taartbodem met flinke opstaande randen van.

Bestrooi de taartbodem vervolgens met paneermeel. Dit is om het vocht uit de vulling op te vangen. Stort nu de appelvulling in de taartbodem en druk deze goed aan. Snijd het overgebleven deeg tenslotte in reepjes en leg die horizontaal en verticaal over de appelvulling.

Kluts daarna de eidooier en bestrijk hiermee de reepjes deeg.  Plaats de taart nu in de oven en bak hem in ongeveer 60 minuten goudbruin en gaar. Eet smakelijk!